't Geel of trichomoniasis: Jonge duiven: infectie van het gehemelte en keel variërend van slijmdraden tot gele woekeringen. Ook mogelijk via de navel: 't steen, dat heeft een slechte prognose. Oude duiven: keelslijmvlies, kan zich uitbreiden tot in de beenderen van kaak en schedel en naar de lever, hart en longen (inwendige geel). Bij de inwendige vorm van geel is de prognose slecht. Verschijnselen: typische gele puntjes achter in de keel, lichte roodheid met verhoogde slijmvorming in de bek. (Witte puntjes in het harde gehemelte wijzen op verharde eiwitresten uit speekselkliertjes.) Diagnose: keeluitstrijkje maken Behandeling: SpartrixÒ of Ronidazole. Hexamitiasis: Veroorzaakt door een flagellaat, behorend tot dezelfde familie als de trichomonas. Verschijnselen: diarree bij jonge duiven. Behandeling: zelfde als bij "het geel". Coccidiose: Is soortspecifiek: gaat niet van een andere diersoort over op de duif. Verschijnselen: slappe mest tot waterdunne ontlasting en vermageren, bloed in de mest komt niet voor bij coccidiose, dit in tegenstelling tot de kippen. Verspreiding van oöcysten via besmet mest: schoenen, ongedierte etc. Diagnose: mestonderzoek op coccidiën, meerdere keren omdat uitscheiding onregelmatig is. Behandeling: AppartexÒ, ESB3, sulfadimidine en hokhygiëne. Preventie: iedere dag het hok schoonmaken, roosters, vloerverwarming of droog strooisel. Net als voor ornithose, het geel en pokken wordt er nauwelijks weerstand opgebouwd tegen coccidiose. Nieuwe infecties kunnen zo weer uitbreken.
|